Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want de HEERE vernederde Juda, om der wille van Achaz, den koning Israels; want hij had Juda [44]afgetrokken, dat het [45]gans zeer overtrad tegen den HEERE. 44. Te weten, van den waren God tot de afgoden, van den zuiveren godsdienst tot de valse en bijgelovige afgodendiensten. Gelijk betekenis heeft het Hebreeuwse woord Ex.5:4. Anderen, want hij ontblootte Juda; te weten, van de hulp en bescherming des Heeren, doende hetzelve zondigen. 45. Hebreeuws, overtreding, overtrad.